De geschiedenis van het Zesde Regiment Huzaren van Boreel
De geschiedenis van Jonkheer W.F. Boreel is
onlosmakelijk verbonden aan de geschiedenis van het regiment dat zijn naam
draagt.
Jonkheer Willem François Boreel (Amsterdam, 3 september 1774- Friedrichshafen, 21 mei 1851) was een Nederlandse militair. Hij speelde een belangrijke rol bij de oprichting van de cavalerie van het Koninkrijk der Nederlanden.
Willem François Boreel werd geboren als zoon van Willem Boreel en Maria Trip. Hij nam op 16 mei 1787, 12 jaar oud, dienst bij het Staatse leger en werd ingedeeld bij het ''"Hollandse Regiment Gardes te Voet"''. In 1791 ging hij over naar het ''"Regiment Gardes Dragonders"'' en werd bevorderd tot luitenant. Na de Franse machtsovername in de Nederlanden in 1795 nam hij ontslag.
In 1813 nam hij weer dienst bij de Nederlandse strijdkrachten en werd aangesteld in de rang van Luitenant-kolonel. Op 25 november 1813 kreeg hij van koning Willem I der Nederlanden de opdracht om een Regiment Huzaren op te richten. Dit regiment, het ''6e Regiment Huzaren'', nam onder zijn leiding op 16 juni 1815 deel aan de Slag bij Quatre-Bras. Na het sneuvelen van de commandant van de brigade waar zijn regiment was ingedeeld, generaal-majoor J.B. Baron van Merlen, nam hij het bevel van de brigade op zich en nam in die functie deel aan de Slag bij Waterloo.
Voor zijn optreden tijdens de slagen bij Quatre Bras en
Waterloo werd hij op 8 juli 1815 onderscheiden, hij werd Ridder 3e Klasse in de
Militaire Willems-Orde. In 1821 werd hij in de adelstand verheven. In 1820 werd
hij tot kolonel bevorderd. Dit werd in 1826 gevolgd door een bevordering tot
Generaal-majoor en werd hij benoemd tot Inspecteur der Lichte Cavalerie. In 1830
nam hij deel aan de Tiendaagse veldtocht. In 1835 werd hij opperbevelhebber der
cavalerie. Op 5 november 1840 ging hij met pensioen. Hierna was hij 1841 tot
1844 opperstalmeester koning Willem II der Nederlanden en vervolgens van 1855
tot 1849 grootmeester van het Koninklijk Huis aan diens hof.
Boreel werd ook diverse malen onderscheiden in de Orde van de Nederlandse Leeuw. In 1831 werd hij Ridder en datzelfde jaar nog Commandeur in deze orde, in 1849 werd hij tenslotte bevorderd tot Ridder Grootkruis.
Boreel stierf op 21 mei 1851 in het Duiste Friedrichshafen. Het door hem in 1815 opgerichte regiment maakt nog steeds deel uit van de Koninklijke Landmacht, sinds 1950 onder de naam ''Regiment Huzaren van Boreel''.